24/04/2024 (niet ingelogd)

Kennisbank

Factsheet Mist

Mist is waarschijnlijk het minst spectaculaire extreem weerverschijnsel maar wel bijzonder gevaarlijk, in het bijzonder voor het wegverkeer. In dit factsheet wat we moeten weten over mist en wanneer het gemeld moet worden.

Door Hans Nienhuis | Hans Stans

Dichte mist en/of zeer lokaal gevormde mist is een gevaar voor alle verkeerdeelnemers en elk jaar aanleiding tot ongevallen met schade, gewonden en doden als gevolg. Grootschalige mist zit meestal wel in de verwachtingen en waarschuwingen, maar kans op mist is soms lastig te bepalen zodat mist ook onverwachts of lokaal voorkomt en men erdoor verrast wordt.

Meldcriterium

Let op: het Skywarn meldcriterium is maximaal 100 meter zicht, dit i.t.t. de officiële criteria van 200 meter voor dichte mist en 50 meter voor zeer dichte mist. Wees dus zeker dat de zichtwaarde 100 meter of minder is voordat je een melding indient.

Neem je schade waar (ongevallen) en is zeker dat de oorzaak mist is maar is de zichtwaarde op dat moment hoger dan het meldcriterium of kan niet (meer) bepaald worden dien dan een schade-melding in (oorzaak "dichte mist") en omschrijf de schade.

Waarnemen en eigen veiligheid

Het inschatten van het zichtbereik is best moeilijk en zeker als dit net wel/niet rond het meldcriterium van 100 meter ligt. Bij daglicht ziet het er heel anders uit dan bij nacht, en ook contrast speelt een rol, een grauw onverlicht gebouw zal altijd slechter zichtbaar zijn als een wit gebouw dat ook nog eens verlicht is. Bij zichten van enkele tientallen meters is het natuurlijk al veel beter in te schatten.

Dat er bij verkeersdeelname de nodige extra aandacht moet zijn spreekt voor zich: zowel bij het rijden in de auto (licht, snelheid) als bij alle andere vormen van verkeersdeelname (zichtbaarheid).

💡 Meer hierover in Extreem weer waarnemen: tips en veiligheid

Waarop letten in de weersverwachtingen

Als gezegd is stralingsmist meest voorkomend, dus opgelet bij heldere, vrijwel windstille nachten (vaak bij hoge druk over ons land). Ondanks dat verwachtingen hierover lastig - en dus onzeker - zijn zit de kans op mist meestal goed in de weerberichten. Dit is ook het geval als mistvelden of althans warme vochtige lucht over koude bodem met de algemene stroming mee naar ons land bewegen (geadvecteerd worden). Toch komt onverwachte dichte mist of zeer lokale mistbanken regelmatig voor en zijn Skywarn waarnemingen daarom meer dan welkom!

Zie ook:

Achtergrondinformatie

Wat is mist precies en hoe ontstaat het?

Warme lucht kan meer vocht (waterdamp) bevatten dan koude(re) lucht. Om de hoeveelheid vocht in de lucht uit te drukken gebruiken we de Relatieve Vochtigheid (RV) weergegeven in %. 100% RV is dus de maximale hoeveelheid vocht die de lucht kan bevatten bij een gegeven temperatuur.

Daalt nu de temperatuur dan zal de RV dus toenemen totdat de temperatuur het dauwpunt bereikt, d.w.z. de temperatuur waarbij de RV 100% ('verzadiging') is geworden. Bij het nog verder dalen zal het vocht moeten uitcondenseren, dat kan op vaste voorwerpen (mits die een temperatuur hebben lager dan het dauwpunt) en in de lucht waarbij de condensatie plaatsvindt op allerlei deeltjes en stofjes die rondzweven (condensatiekernen of aerosolen). Er ontstaan kleine druppeltjes die het zicht belemmeren.

De hoogte van de dauwpunt-temperatuur is dus afhankelijk van de hoeveelheid vocht in de lucht. Is de lucht bijzonder vochtig zal het dauwpunt ook hoger zijn (of beter: het verschil tussen luchttemperatuur en dauwpunttemperatuur zal kleiner zijn). Overigens is ook de luchtdruk nog van enige invloed op het dauwpunt, maar dat is voer voor specialisten. 🙂

De meest voorkomende vorming van mist in ons land is tijdens heldere nachten met geen of weinig wind. De bodem verliest meer temperatuur door uitstraling dan door instraling ontvangen wordt en koelt dus af, waarbij de (vrijwel) stilstaande luchtlaag erboven mee afkoelt en zo het dauwpunt kan bereiken. Dit misttype wordt daarom stralingsmist genoemd. In de zomer met de kortere nachten zal het dan meest gaan om een dun laagje ('grondmist'), in de winter kan de mistlaag veel dikker (=hoger) worden.
Er mag liefst amper wind staan want wind vermengt de luchtlagen zodat mistvorming bemoeilijkt wordt. Valt de wind echt helemaal weg slaat de mist neer ('dauw') en is het zicht (weer) goed.

Over soorten mist, zowel meteorologisch als in de volksmond

Sluiten