26/09/2023 (niet ingelogd)

KNMI Guidance

Valid: 2023-09-17 19:39:44 - 2023-09-18 24:00:00

Issued: 17-09-2023, forecaster: buscher
KNMI - Disclaimer

Synoptische situatie:

Een hoog boven Zuid-Zweden trekt oostwaarts, terwijl een klein lagedrukgebied boven de Ierse Zee uitdiepend NNO-waarts trekt. Een opvullende vore net noord van de Wadden trekt noordwaarts. Zuid van de vore is de stroming zuidelijk en wordt er vrij warme en vochtige lucht aangevoerd. Komende nacht bereikt een volgende vore het zuidwesten van onze FIR. Deze trekt noordoostwaarts over het land en verlaat het noordoosten later maandagochtend. Een diffuus koufront bereikt maandagochtend het westen en verlaat het noordoosten aan het begin van de middag. In de namiddag en avond volgen van het westen uit een tweetal occlusies op nadering van een grootschalige hoogtetrog. Op nadering daarvan neemt de zuidwestelijke stroming in kracht toe. De genoemde systemen verlaten het land aan het begin van de nacht naar dinsdag. Na passage wordt met een westelijke stroming maritiem polaire lucht aangevoerd. Dinsdagochtend passeert een goed doorstroomde rug.

Modelbeoordeling:

De vore is gevuld met zeer vochtige lucht. De vertaling naar nevel en St verloopt nog steeds niet helemaal eenduidig in de modellen. De vochtvelden in de onderste niveaus blijven een goede indicatie hiervoor. HAP1 zit qua wolkenbasis behoorlijk dicht bij de actualiteit. Vannacht oogt de mistkans in HAP1 ook realistisch. Daarna gaat de aandacht uit naar de buien op de volgende vore komende nacht en maandagochtend. In hoeverre het hele land met de buien te maken krijgt is nog steeds de vraag. Het zwaartepunt lijkt te zijn weggelegd voor het zeegebied en de kustregio's (met name Zeeland) en mogelijk Limburg, alhoewel de meeste buiigheid vanwege een diffluent hoogtepatroon over de Ardennen/NO Frankrijk lijkt te trekken. Maandagochtend vroeg komt de noordoostelijke helft van het land tijdelijk onder invloed van een PVA-maximum te liggen (kortgolvige hoogtetrog en mogelijk linker jet-uitgang), de meeste modellen laten dan nog enige activering zien. Wat betreft de passage van de systemen maandagavond zijn de modellen behoorlijk eenduidig. Belangrijkste aandachtspunt wordt dan de wind vanwege de gradient toename.

Wind(stoten):

Bij de vore die in de nacht naar maandag passeert worden windstoten berekend. Er is dan sprake van betere organisatie (20-25 knopen effectieve schering). Dan zijn windstoten van 30-40 kn mogelijk, het zwaartepunt ligt daarbij waarschijnlijk boven zee en het zuidwesten. Verder landinwaarts neemt de kans op deze zware windstoten af wegens de stabilisatie onderin. Wel een situatie om in de gaten te houden. Vervolgens zijn ook maandagavond bij de dubbele occlusie buien mogelijk met windstoten, ook dan in de categorie 30-40 kn (redelijk wat wind in het verticale profiel wat doorgemengd kan worden naar het aardoppervlak). Lokaal komende modellen op de kust met 40-45 knopen. HA40 spant de kroon met aan de kust grootschaliger zware windstoten, lokaal tot 90 km/uur.m Aan de kust dan ZW 7.

Bewolking:

Bij de vore stratus, nauwelijks dagelijkse gang. Nabij de vore van komende nacht toppen tot FL250-300, zeer lokaal tot FL400. Tussen de vore en de occlusies is de onstabiliteitsdiepte tijdelijk minder, FL100-150. Met name in de ochtend wel kans op Sc en lokaal wat ST t.g.v. turbulente menging. Ook bij de occlusies Cb's met toppen tot ca. FL300.

Zicht:

Later vanavond kan er in het noorden en oosten regionaal mist ontstaan, maar in de nacht lijkt een gradient toename mistvorming tegen te gaan. Verder in neerslag matig tot slecht zicht.

Neerslag:

Komende nacht stevigere buien (zie ook modelbeoordeling). De kans daarop lijkt vooralsnog het grootst boven het zeegebied en in het (zuid)westen. Al lopen de modellen nog wel uiteen. CAPE is dan 700-1000 J/kg, boven het oosten van het land wat lager. Effectieve schering (1-6 km) ligt rond 20-25 knopen. Daarmee is de organisatiegraad dus duidelijk hoger dan vandaag; overwegend multicells. Hiermee is ook de kans op kleine hagel aanwezig en kan de neerslag weer intensief zijn. Mogelijk dus nog activatie in de nanacht en ochtend in de noordoostelijke helft. dan lijkt de neerslagintensiteit het belangrijkste randverschijnsel. Lokaal wordt 20-30 mm door de modellen berekend. Bij de daaropvolgende occlusies wederom buien met een redelijke organisatiegraad (CAPE waarden ca. 400-800 J/kg, schering ca. 30 kn).

Temperatuur:

Geen bijzonderheden.

Sluiten